STIJ adviseert minder ambtelijke bemoeienis met de visserij op het IJsselmeer

Stichting Transitie IJsselmeer (STIJ) is onlangs gestopt, maar met de resultaten van acht jaar overleg en onderzoek
kan een nieuw beheer van de IJsselmeervisserij worden ingericht. Het onderling vertrouwen is groot.
“Het is voor het eerst dat we met alle partijen veel meer op basis van feiten het gesprek voeren.”

“In 2014 was de verwachting dat STIJ een paar jaar zou bestaan. Dat werd uiteindelijk acht jaar”, zegt Nico Beun, secretaris van STIJ.
“Dat is wel wat langer dan bij de start werd verwacht, dat heeft vooral te maken met het feit dat het zo’n hardnekkig maatschappelijk
probleem was.”

 
De verhoudingen tussen de partijen – beroepsvissers, sportvisserij en Vogelbescherming – zijn aanzienlijk verbeterd. In het verleden werden de degens over visserijvergunningen nog weleens gekruist in de rechtszaal en het doel van STIJ was om die partijen weer aan tafel te krijgen. Beun: “Dat betekent dat STIJ haar belangrijkste werk gedaan heeft. STIJ heeft de impasse doorbroken en de stichting was nooit bedoeld als een permanente ondersteuning. Het is belangrijk dat overheden en belanghebbende partijen nu zelf zaken gaan regelen en er verder inhoud aan geven.”

Ambtenaar op afstand

STIJ heeft een aantal conclusies gepresenteerd over de visserij-technische inhoud en de bestuurlijke processen rond de IJsselmeervisserij. In het ideale toekomstbeeld van het visserijbeheer gaan ministeries en provincies meer afstand houden tot de praktijk en meer met één mond spreken. De direct betrokken partijen maken samen een visplan, mede op basis van data-analyses van
logboeken van IJsselmeervissers.

 
Beun: “Vangstdata zijn belangrijk om besluiten te nemen, maar ook om met elkaar het gesprek te voeren over hoe het er nu voorstaat met de visstand. Hoe gaat het met een vissoort en wat zijn bijvoorbeeld verstandige beheersmaatregelen die je zou kunnen treffen om de situatie te verbeteren?”

 
“Door de logboeken van de vissers te gebruiken als monitoringinstrument ontstaat er een actuele blik op de visstand”, zegt Beun. Gegevens worden door het seizoen verzameld, direct geanalyseerd en gebruikt in het overleg. “Het bijhouden van logboeken is al wettelijk vastgelegd, maar met die data werd weinig gedaan. Jaap Quak, tot zijn recente pensionering werkzaam bij Sportvisserij
Nederland
, heeft ze uitgebreid geanalyseerd en met de vissers gesproken over de visstand en hoe je die gegevens moet interpreteren.”

Beroepsvissers en sportvisser broederlijk tegenover elkaar in de haven van Urk.  

Verse data

Jaap Quak heeft gemerkt dat direct overleg en inzage in logboeken een goede manier is om de vinger aan de pols te houden. Regelmatig kreeg hij binnen dit project logboeken doorgespeeld waarmee hij in korte tijd een analyse maakte.
Quak: “Vorig visseizoen eindigde 15 maart en in april hadden wij al de analyse over het hele vangstseizoen op tafel. Als een ministerie een onderzoeksopdracht geeft aan een instituut om die gegevens te analyseren, dan heb je pas een jaar later een rapport. Terwijl op 1 juli het volgende visseizoen begint en dan moet er nieuw visplan liggen.

 
Dat ritme bepaalt dus wanneer je gegevens analyseert en met welke informatie je besluiten neemt. Het heeft geen zin om een visplan
te maken op basis van verouderde data. Binnen het project ‘Verstandig vissen’ hebben we laten zien dat het echt anders kan met een heel actuele vorm van beheer en waar nodig bijsturing.”

 
Het gezamenlijke gesprek over de vangstcijfers is minstens zo belangrijk als de statistieken zelf. “De vangstlogboeken zijn een
gereedschap. Dus zodra we die gegevens hebben gaan we het gesprek voeren met de vissers wat de vangstcijfers betekenen en wat
zij er voor ontwikkeling in zien, gerelateerd aan hun visserij.

 
We hebben in dit project laten zien dat die aanpak werkt. Dat zou de overheid vertrouwen moeten geven om het beheer op deze nieuwe
manier uit te voeren en het dossier iets meer los te laten. Waarbij ze natuurlijk in de positie blijven om het beheer en de plannen te
toetsen.”

Gegevens afkomstig uit logboeken kunnen worden gebruikt om bijvoorbeeld de visserij-inspanningen te relateren aan de totaalvangst.

Positieve trends

Het gaat de afgelopen jaren geleidelijk beter met de visstand in het IJsselmeer, vooral na de grote nettenreductie in 2014. De snoekbaarspopulatie herstelt, maar ook voorn en brasem gaan vooruit. Die ontwikkeling is een pluspunt geweest voor het project ‘Verstandig vissen’. Quak: “Het helpt zeker mee maar je moet wel op het punt komen dat je met iedereen aan tafel concludeert dat dat ook zo is. In het verleden riepen vissers: het gaat goed, of het gaat slecht. Maar waar baseer je dat op? Een indruk, eigen vangsten, inkomsten? Het is voor het eerst dat we veel meer op basis van feiten het gesprek voeren met alle partijen. Over een periode van

zes jaar ga je ook trends zien in de visstand. Dat maakt het gesprek inderdaad makkelijker.”

 
“Het analyseren van de vangsten en de gesprekken erover hebben in ieder geval geleid tot een gezamenlijke werkelijkheid”, zegt Paulus de Boer, Urker visser en bestuurslid van PO IJsselmeer. “In het begin van STIJ liep dat nog niet vlot. Want iedereen spreekt een andere taal en er zijn ook altijd vooringenomen stellingen die niet helemaal kloppen. Toch moet ik zeggen dat in de loop van de tijd het vertrouwen groeide, vooral toen het project ‘Verstandig vissen’ begon.

 
Toen kwamen Nico Beun en Jaap Quak bij mij thuis en dan wordt de sfeer ineens veel gemoedelijker.” “Dat kwam vooral in de intensieve gesprekken”, zegt De Boer. “Je zit samen aan een bak koffie en op een gegeven moment vragen ze om je logboek. En natuurlijk wil ik meewerken, want we hebben niets te verbergen. Vrij snel kwam Jaap Quak met een analyse van mijn vangsten met een zeer logische methodiek, die aansluit op de werkelijkheid.

 
Ik ben altijd erg trouw geweest met die logboeken, omdat ik zelf ook een beetje statistiek- en Excel-man ben. Daarna heb ik een aantal andere collega’s gevraagd om ook hun logboeken ter beschikking te stellen.”

Beroepsvissers zijn goed in staat betrouwbare data aan te leveren.  

Nieuw visschap IJsselmeer

Volgens De Boer is met het stoppen van STIJ de weg voorwaarts wel duidelijk. “Het project Verstandig vissen is heel belangrijk geweest
omdat het aan beide kanten vertrouwen geeft. Dat zou de overheid ook moeten inzien: dit is de manier om de IJsselmeervisserij te beheren, met meer verantwoordelijkheid voor direct betrokken partijen – vissers, sportvisserij en vogelbescherming – en minder bemoeienis van ambtenaren en politiek.”

 
Vanuit het project ‘Verstandig vissen’ liggen allerlei voorstellen en bouwstenen op tafel waarmee bestuurders met elkaar het gesprek kunnen voeren”, zegt Quak. “Op dit moment zit de minister van LNV bestuurlijk aan alle knoppen, maar de afstand van de ambtelijke burelen tot de visserij en het beheer is heel groot.

 
Vogelbescherming, beroeps- en sportvisserij hebben de afgelopen jaren samengewerkt. Zij zitten dicht op de praktijk en hebben veel wetenschappelijke kennis. Als je die clubs het beheer laat organiseren, dan leg je de verantwoordelijkheden veel meer bij de direct betrokken organisaties. Dat is ook het uitgangspunt van de Visserijwet van 1963; bij de totstandkoming van deze wet spraken de minister en de Kamer al over een ‘visschap’ voor het IJsselmeer.”

 
Er zijn volgens Quak veel overheden met bemoeienis met het IJsselmeer: LNV publiekrechtelijk vanuit de visserijwet en privaat vanuit het visrecht, de provincies via de wet natuurbescherming en Rijkswaterstaat bekijkt de gevolgen voor de kaderrichtlijn water. “Het nieuwe visplan zou zo moeten worden opgesteld dat die drie bevoegd gezagen het kunnen toetsen en beoordelen. Laat in ieder geval het opstellen van zo’n visplan en het verzamelen en duiden van gegevens over de visstand over aan de partijen die daar vrijwel iedere dag mee te maken hebben. Wij zijn denk ik wel ervaren genoeg om inhoudelijk in te schatten hoe je voldoet aan de kaderrichtlijn en de instandhoudingsdoelen van de wet natuurbescherming. De overheid hoeft het plan alleen maar te toetsen.”

In de beheercyclus wordt ook de visserij op brasem meegenomen.

Nieuwe beheercyclus

Het verzamelen van vangstgegevens wordt de komende jaren verder gestroomlijnd. Er staat een vervolgproject op stapel met smart fishing, waarmee het vangstregistratieproces van de IJsselmeervissers makkelijker en sneller verloopt, zegt Beun. “Daarmee ontstaat er ook een logisch vervolg op de ervaringen van ‘Verstandig vissen’. Op die manier kunnen we de lijn van de afgelopen jaren een paar stappen verder brengen in de praktijk.”

 
Tot slot staat er nog een gesprek op de rol tussen bestuurders van de drie betrokken provincies, Vogelbescherming, Sportvisserij, PO
IJsselmeer en de ministeries van LNV en Rijkswaterstaat. Die bestuurders zaten al jaren regelmatig aan tafel met elkaar om te overleggen over dit dossier. Beun: “Zij gaan ten eerste de conclusies van STIJ bespreken.

 
Nemen ze die over of niet? Verder gaan ze de implementatie van het experimentele visplan voor volgend jaar bespreken. Een derde besluit gaat over hoe het beheer straks georganiseerd moet worden. Er ligt een voorstel over de beheercyclus per visseizoen, met afspraken over wat wanneer gebeurt, en hoe dat overleg plaatsvindt tussen al die organisaties.”

 
Volgens Beun kunnen zo alle draadjes uit STIJ samenkomen in een nieuw beheer met nieuwe regels en afspraken over gebruik van vangstdata, overleg, besluiten en bestuurlijke verantwoordelijkheden. “Ik ga ervan uit dat er iets goeds uitkomt.
De partijen hebben al kunnen reageren op de conclusies van STIJ en de sfeer op de slotbijeenkomst op 20 april was dusdanig dat we daar wel vertrouwen in mogen hebben.”

Dat het met de snoekbaars in het grootste meer van Nederland goed gaat wordt ook door sportvissers opgemerkt.  

Verstandig en goedkoop

Een nieuw beheer en nauw overleg met belangenorganisaties leidt volgens De Boer bij sommige vissers nog tot zorgen, bijvoorbeeld als
medewerkers van belangenorganisaties straks van baan wisselen. Sommige nieuwkomers kijken misschien met meer wantrouwen
naar de beroepsvisserij. “Daarmee kunnen moeilijke situaties ontstaan. Dus als je zoiets nieuws gaat doen moet je duidelijke
afspraken maken en tekenen voor de samenwerking. Maar Nico Beun en Jaap Quak blijven voorlopig nog betrokken en er ligt een goed plan om vanuit ‘Verstandig vissen’ een doorstart te maken.”

 
Als de ervaring die met STIJ is opgedaan een kans krijgt, dan is De Boer optimistisch over de visstand en de economie van zijn
bedrijfstak. “Het punt is vooral dat in het verleden de wind van overheidswege opeens honderdtachtig graden kon draaien. Het is daarom belangrijk dat de aanbevelingen uit ‘Verstandig vissen’ serieus worden genomen. De vissers en belangenorganisatie die jaren tegenover elkaar stonden komen nu met een gezamenlijk advies voor het beheer.

 
Dan is het toch voor de overheid verstandig, snel en goedkoop om dat advies over te nemen? Als dat gebeurt en de wind uit dezelfde
hoek blijft waaien, dan heb ik goede hoop voor de toekomst.”

Bron: Visionair no. 69, september 2023

Share this post