Turen naar een dobber in plaats van therapie
Hoe kan sportvissen bijdragen aan het welzijn van mensen met mentale problemen, bijvoorbeeld als gevolg van de zoveelste lockdown? Joep van Ginneken (64) ontdekte het vissen tijdens een zware depressie en legt uit hoe zijn nieuwe hobby hem geestelijk helpt. Mediterend sportvissen!
Ik zat al ruim een half jaar in een zware depressie toen mijn zoon – die destijds een jaar of tien was – op een zaterdag op bezoek kwam en vertelde dat hij was gaan vissen met een vriendje. Dat hij het leuk had gevonden verbaasde mij enigszins, omdat ik zelf nooit het idee van sportvissen had begrepen. Zijn enthousiasme bracht me ertoe om door te vragen en uiteindelijk zelfs een hengel voor hem te kopen. Zelf was ik door zijn positieve verhaal stiekem ook wel nieuwsgierig geworden.”
Compleet verslingerd
Samen met zijn zoon zocht Joep diezelfde dag nog een paar vijvertjes in de wijk op om daar voor het eerst met het sportvissen kennis te maken. “Al heel snel voelde ik dat het staren naar een dobber een weldadige invloed op mij had”, blikt hij terug. “Het leidde mijn gedachten op een plezierige manier af van de sores die ik had en ik voelde mijn lijf ontspannen. Na afloop was ik compleet verslingerd. Ik wist: dit is wat ik nodig heb.”
Geschikte visplek
Nadat hij nog enkele keren met zijn zoon had gevist, kocht Joep een paar weken later zijn eerste eigen vaste hengel met toebehoren en werd hij lid van de Leidse Hengelaarsbond. Met zijn gloednieuwe VISpas op zak trok hij er met zijn fiets op uit op zoek naar plekken om te gaan vissen. “Al vrij snel vond ik een mooie locatie ergens in de nabijgelegen Vlietlanden waar ook nog eens zeer weinig mensen langskwamen. Voor mij was dat ideaal, omdat ik tijdens het vissen niet gestoord wilde worden door wandelaars en fietsers. De acht jaar daarvoor had ik in mijn baan als techniek-assistent op een middelbare school al meer dan genoeg prikkels gehad.”
Vismaat
Dat Joep er de eerste keren nauwelijks wat van terecht bracht, interesseerde hem niet zoveel. Vangen vond hij totaal ondergeschikt aan de mentale ontspanning die het vissen hem gaf. “Maar op vaste dagen en tijden kwam er een man aan de andere kant van de brug zitten die duidelijk wist wat hij deed”, herinnert Joep zich. “Hij haalde de ene na de andere vis uit het water met een uit zijn thuisland – Suriname – meegebrachte bamboe hengel. Ik sprak hem op een dag aan en kreeg rustig en vriendelijk tips die ook echt bleken te werken, want vanaf dat moment gingen mijn vangsten er flink op vooruit. Ik ving vooral brasem, voorn en soms ook een enkele paling. Met die laatste was ik nooit zo blij, want die
bleken een ramp aan je lijn.”
Sambal en hapjes
Ali nam ook regelmatig een zelf gevangen vis mee naar huis en maakte Joep daarmee nieuwsgierig. “Wat doe je dan precies met die vis?”, vroeg hij aan Ali. “Al snel zat ik op een avond bij hem thuis en zag ik hoe zijn vrouw Eva de vis grondig schoonmaakte, om er vervolgens heerlijke Surinaamse en Hindoestaanse sambal en allerlei hapjes mee te bereiden. Dat ze wist wat ze deed, kan ik inmiddels uit eigen ervaring beamen. Ik heb nu meerdere malen bij Ali thuis meegegeten en het is elke keer weer een genot om samen de vangst op te peuzelen.”
Geestelijke weldaad
Waar de antidepressiva en therapie Joep naar eigen zeggen niets brachten, sorteerde het sportvissen wel effect: hij knapte op en na een jaar was hij zover dat hij weer voorzichtig kon meedoen in de maatschappij. “Terugkijkend ben ik mijn zoon enorm dankbaar voor zijn enthousiaste verhaal over het sportvissen en wat hij daarmee onbedoeld in gang heeft gezet. Ik heb vele dagen – soms van acht uur ’s morgens tot zes uur ’s avonds – mediterend zitten vissen. Brood en koffie mee en maar turen naar de antenne van mijn dobber, genietend van de stilte en de natuur om me heen. Daar kan niets tegen op. Vissen is echt een weldaad voor mijn geest.”
Omstreeks 2005 vertrok Joep uit Leiden en kwam hij na omzwervingen in Zeeland terecht. Direct schafte hij weer een VISpas aan en ging hij op zoek naar een nieuwe visplek. Dat bleek helaas geen sinecure. “Ik vond er niet de natuur die ik in Leiden om de hoek had
en ben nu eenmaal niet op mijn plek aan een kanaal of gracht met langsrazend verkeer om me heen. Het vissen is hier ook meer gericht op het zoute water en met snoeken en karpervissen heb ik niets. Mijn vaste hengel en winkle picker liggen nu opgeborgen, maar gaan wel standaard mee op vakantie. Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit helemaal stop met vissen. Het is zo goed voor je koppie.”