Minister Schouten gaat voor verbetering visstand IJsselmeer en Markermeer
Minister Carola Schouten heeft de Tweede Kamer haar plan gestuurd hoe zij de visstand in het IJsselmeer en Markermeer wil verbeteren en tot een duurzame beroepsvisserij wil komen. Over het herstel van de visstand in het IJsselmeergebied wordt al jarenlang gesproken door de ministeries van LNV en I&W, de omliggende provincies, Vogelbescherming Nederland, de coalitie Blauwe Hart Natuurlijk, de PO IJsselmeer (beroepsvisserij) en Sportvisserij Nederland. In de brief naar de Tweede Kamer zijn nu tal van concrete acties en een planning aangegeven.
Het IJsselmeergebied vormt het grootste aaneengesloten zoetwatermeer van West-Europa. Circa 200 miljoen euro wordt geïnvesteerd in maatregelen om de kwaliteit van dit Natura 2000-gebied te verbeteren. Met haar plan wil minister Schouten de natuurwaarden van het IJsselmeer en Markermeer-IJmeer behouden en ontwikkelen, de doelen van de Kaderrichtlijn Water realiseren en ecologische (water)kwaliteit van het gebied verbeteren. Denk daarbij onder meer aan de aanleg van voor- en achteroevers, de Marker Wadden, de open vismigratierivier door de Afsluitdijk en aansluiting van de Oostvaardersplassen. Het doel is om een forse maatschappelijke meerwaarde te realiseren van een zeer belangrijk water in Nederland, dat is omgeven door toeristische centra en de stadsmetropool Amsterdam. De huidige beroepsvisserij is echter niet in balans met de vereiste natuur- en waterkwaliteit. Maatregelen om te komen tot een kleinere beroepsvisserij met toekomstperspectief zijn noodzakelijk om de doelen te halen en de investeringen te doen slagen.
Duidelijke maatregelen
De diverse maatregelen die worden genomen om tot een toekomstbestendig visserijbeheer te komen, worden door de minister inclusief tijdsplanning aangegeven. Er is vanuit de rijksoverheid en provincies een budget van 9,2 miljoen euro beschikbaar gesteld voor herstructurering en sanering van de beroepsvisserij. Er moet binnen de rente van het systeem worden geoogst en naast sturing op de inzet van het aantal vistuigen zal ook worden gestuurd op de hoeveelheid vis die maximaal jaarlijks mag worden onttrokken. Is dit bereikt, dan wordt de visserij stopgezet. De vissoort die er het slechts voorstaat is hierbij bepalend. Soorten waar naar wordt gekeken zijn primair de brasem, blankvoorn, snoekbaars en baars.
Bovendien moeten beroepsvissers hun vangst bij aanlanding wegen en digitaal doorgeven, mag slechts in een beperkt aantal havens worden aangeland, krijgen de vissersschepen een trackingsysteem en wordt de handhaving geïntensiveerd. Ongebruikte visrechten – sinds 2009 mag al niet meer op spiering worden gevist en sinds 2014 mag 85% van de staande netten niet worden gebruikt voor het vissen op schubvis – komen na een periode van zeven jaar vanaf heden te vervallen en worden uit de markt genomen. Daarnaast wordt gekeken naar alternatieve werkzaamheden voor beroepsvissers in het waterbeheer en toerisme, bijvoorbeeld als charterschip voor sportvissers. Om dit alles te realiseren is een goede samenwerking met alle betrokkenen noodzakelijk. Sportvisserij Nederland is positief over de voorgestelde maatregelen en zal op een breed terrein haar bijdrage leveren. Wij streven naar een snelle en daadkrachtige uitvoering.