Uitgedamd: World Fish Migration Foundation maakt zich sterk voor vrije migratiezones

Migrerende vissen hebben het moeilijk. Voortdurend botsen ze op tegen dammen, stuwen, sluizen en andere obstakels.
Nadat er zo’n twintig jaar geleden aandacht kwam voor hun problematiek en in Nederland de eerste vispassages werden
gebouwd, volgde in 2014 de oprichting van WFMF, de stichting die wereldwijd steun biedt bij het omzeilen of opruimen van dergelijke obstakels. Wat is er sindsdien bereikt?

Herman Wanningen stond aan de wieg
van de WFMF, voluit de World Fish
Migration Foundation
. Hij vertelt
over het opruimen van een dam in de
Penobscotrivier in de Amerikaanse
staat Maine: “Het resultaat was
verbluffend. Binnen een dag zwom
de rivierharing massaal de rivier in.

Je kon er bijna over lopen.” Ook vinden
op sommige plaatsen langs de
Penobscot Rivierharingfestivals
plaats
die tienduizenden bezoekers trekken.

Arjan Berkhuysen, die zich later bij de WFMF voegde, is al even enthousiast:
“Na het slechten van een dam in de
Selunerivier in Frankrijk zag je het
herstelvermogen van de natuur.
Toen het reservoir eenmaal was leeggelopen, kwam de hele rivier tot
leven – inclusief het gebied eromheen:
eerst de vissen, toen de planten en de
andere dieren. Daarna kwam ook de
natuurlijke afvoer van sedimenten weer
op gang. Zelfs de lokale bevolking
profiteert.”

Nederlandse voorbeelden zijn er ook.
Berkhuysen noemt de vismigratierivier
die de Afsluitdijk passeerbaar maakt
voor trekkende vissen. Hij was er zelf
een van de initiatiefnemers van.
Onder andere palingen en spieringen
passeren straks zonder al te veel
moeite de dijk. Bovendien zal de
passage dan aan een breed publiek
het verhaal van vismigratie vertellen. 

De wereldwijde aandacht voor het belang van vismigratie groeit.

Haringvlietsluizen open

Wanningen wijst op resultaten in
Noordoost-Groningen, waaronder de
aanleg van een doorlaatsysteem bij het
gemaal van Nieuwe Statenzijl: “En de
deuren van de Haringvlietsluizen staan
tegenwoordig op een kier. Al is het
passeerbaar maken of geheel verwijderen
van obstakels in kleinere waterwegen
nog belangrijker.”

Berkhuysen geeft daarvan een voorbeeld:
“Na het verwijderen van een overbodige
dam in de Boven Slinge bij Winterswijk
nam de visstand toe met veertig procent.
De soortenrijkdom verdubbelde
ruimschoots en de waterkwaliteit
verbeterde aanzienlijk.”
Mooie resultaten, maar het is niet
genoeg. Om te beginnen zijn er twijfels
over de effectiviteit van vispassages.

Wanningen: “Internationaal onderzoek
wijst uit dat de helft ervan gewoon
niet werkt – noch voor trekvissen,
noch voor zaken als het herstel van
sedimentstromen.”

Berkhuysen ziet een bredere uitdaging.
“Fietsend door een Nederlandse polder
zie je dat het aantal obstakels eerder
toe- dan afneemt, onder andere door
de aanleg van infrastructuur voor
windturbines en zonnepanelen. Wij
willen toe naar een situatie waarin
voor elk nieuw opgeworpen obstakel
twee bestaande exemplaren passeerbaar
worden of helemaal verdwijnen.”


In mei 2019 was Herman Wanningen in Maine (USA) om te helpen bij het overzetten van rivierharingen. Deze dam wordt in 2020 passeerbaar gemaakt, waarmee dit overzetten niet meer nodig is.

Miljoenen obstakels

WFMF kan en wil dat niet alleen doen,
niet in Nederland en zeker niet
wereldwijd. In Europa gaat het om
minstens honderdduizend obstakels
die er zo uit zouden kunnen. Bezien
over de aardbol zijn het er vele
miljoenen. Daarmee komen we op
de veranderingen die WFMF in
de afgelopen vijf jaar onderging.

Wanningen: “Dat zijn er drie.
Ten eerste zijn we meer makelaar
geworden, als organisatie die actievemensen en lokale initiatieven bij elkaar brengt en met kennis ondersteunt.” Inmiddels beschikt de WFMF over pakweg tienduizend contacten.

Berkhuysen: “Van het Verenigd
Koninkrijk tot Zuid-Korea en van de
Verenigde Staten tot Nieuw-Zeeland.”
Zelf bezocht hij Portugal, waar hij
deelnam aan een bijeenkomst van
wetenschappers die zich bezighouden
met vismigratie: “We brengen in kaart
hoeveel barrières er in Europa zijn en
waar die liggen. Daarna bekijken we
waar we met het omzeilen of verwijderen
van obstakels het grootste effect
kunnen bereiken.”

Een aanzienlijk deel van die obstakels
– misschien wel een kwart – heeft
geen functie meer. Berkhuysen:
“In Spanje werden in het verleden
dammetjes gebruikt om textielfabrieken
van water te voorzien. Die fabrieken
zijn allang opgedoekt, maar de dammetjes
liggen er nog. Het enige wat ze nu
doen, is trekvis tegenhouden.” 

Rivieren vol met vis; dàt is het doel van de WFMF.

Dammen verwijderen

“Weg ermee”, zegt Wanningen en stipt
zo de tweede ontwikkeling aan binnen
de WFMF: “We richten ons tegenwoordig
meer op het weghalen van obstakels
en minder op de aanleg van voorzieningen
voor trekvissen. Want als het
tegenzit staan zulke voorzieningen
zelfs het herstel van vispopulaties in
de weg. In Turkije zag ik ooit tijdens
een excursie vier niet werkende vispassages
bij grote dammen. Weggegooid
geld!”

Even later, bij een foto van
samenklonterende zalmen voor een
vuilrek bij een dam in Zweden: “Die vissen hebben geen enkele kans om erlangs
te komen. En terugzwemmen doen ze
niet, dus gaan ze uiteindelijk dood.” 

Ook voor de Afrikaanse langvin aal (Anguilla mossambica) vormen niet passeerbare dammen een ernstige bedreiging.

Wat het verwijderen van dammen kan
opleveren, zagen we al aan de Penobscot,
de Selune en de Boven Slinge. Dat
succes wil Berkhuysen uitbouwen.
“Wereldwijd is met de sloop van die
obstakels het grootste effect te
behalen. Voor vissen, voor de rivier
als geheel en ook voor mensen.”

Wanningen vult aan: “Dammen halen
de energie uit de rivier en een serie
dammen is helemaal de doodsteek.
Trekvis is voor ons steeds meer een
symbool geworden voor dat verhaal.
Ik heb ooit onderzoek gedaan naar
insecten in rivieren. Nuttig werk, maar
het sloeg niet aan. Met trekvissen lukt
dat beter. Kijk maar naar het succes
van de World Fish Migration Day,
waarop meer dan drieduizend lokale
organisaties aandacht vragen voor het belang van migrerende vissen en vrij stromende rivieren.”

De derde verandering binnen WFMF is
de keuze voor de Swimway-benadering.
Dat is een manier van kijken naar
trekkende dieren die is overgenomen
van de Flyway-benadering van
trekvogelbeschermers. Wanningen:
“Globaal gesproken breng je daarmee
voor dieren – vissen, vogels of wat dan
ook – in kaart wat ze nodig hebben om
veilig op trek te gaan. Daarvoor moet
je de hele route beschrijven vanuit de
optiek van dat dier, inclusief wat er
onderweg mis kan gaan.”

Deze dam bij Vezin (Frankrijk) wordt momenteel verwijderd. Met een hoogte van 35 meter bij een lengte van 200 meter is dit de grootste dam die ooit in Europa uit een rivier is gehaald. Klik hier voor meer informatie.

Brede kijk

Een logisch gevolg van die benadering
is dat de aandacht voor een individuele
vissoort verschuift naar beken of
rivieren als ecosysteem en eventueel
ook naar de zeeën die een vis moet
doorkruisen. Wanningen: “Die brede
kijk is de belangrijkste verandering van
de afgelopen periode.”

Maar dat is theorie. Waar is, bijvoorbeeld
in Nederland, direct winst te behalen?
Berkhuysen zou het liefst een zoute
Zuiderzee herstellen, maar erkent dat
meer dan de Vismigratierivier voorlopig
niet haalbaar is. In het Lauwersmeer
kan zouter water de voormalige
Lauwerszee deels herstellen.

En verder?
Wanningen: “Misschien kunnen we de
polders langs de Groningse kust meer
verbinden met de zee. Je zou ze om de
beurt kunnen openstellen en sluiten.”
Dat moet beginnen met lokale
initiatieven. Wanningen: “Onze taak is
om die te ondersteunen. Het zou mooi
zijn als er een fonds kwam waaruit we
een damverwijdering of een ander
project dat als voorbeeld dient een
financiële injectie kunnen geven.
Dat zou ons werk flink versnellen.”

Bron: Visionair 55, maart 2020

Share this post